woensdag, april 26, 2006

Enfant Terrible ?

Hij is welgesteld, hij is bekend en hij heeft pijn aan zijn hals.
Drie argumenten die ertoe zouden moeten aanzetten om een lijvig drukwerk van een kwast uit Hamme te lezen. Meer dan die drie had ik niet nodig.

In zijn iets jeugdigere jaren van losgeslagen rebellie wist hij zich, bij ieder televisieoptreden opnieuw, bij ieder interview opnieuw, in schandelijke opspraak te brengen door hachelijke uitspraken die een enorme platvloersheid pretenderen en op z’n zachtst uitgedrukt ‘politiek niet correct’ zijn. Hij liet zich voorstaan als de gevreesde bulldozer van de Vlaamse literatuur, die iedereen die hem niet aanstond, van welke stand dan ook, om welke reden dan ook, platwalste door fictieve vulgariteiten over die persoon wereldkundig te maken. Lang, zwart, vettig haar, de obligate sigaret in de mond, het leren jekkertje en het pokdalige aangezicht droegen bij tot de niet zo sympathieke schets die Vlaanderen in het geheugen grifte van de schrijver. Hij werd het idool van menige tiener en zijn werk werd grijnzend gelezen door mannen in de midlifecrisis.

Een van de geliefkoosde slachtoffers was Marlene de Wouters. Ze vond dat ze in de werken van Brusselmans net een keertje te veel werd gepenetreerd en dat de intieme beschrijvingen de grenzen van de gevoeglijkheid werkelijk ver overschreden. Het kwam tot een proces.

Doch, Brusselmans evolueert.
De man die zo vereenzelvigd is met zijn reputatie, die een karikatuur van zichzelf is geworden, laat zich de laatste tijd volledig anders uit als men gewoon is. Zijn imago, in overvloed van hoedanigheden, lijkt Brusselmans zo sterk ingeburgerd, zo standvastig, dat hij geen moeite meer doet om het te handhaven. Hij neemt zelfs een totaal tegengestelde houding aan. Geen arrogante, gevoelloze, gemene, kloot, maar een zachte, bange, piepkleine eenzaat. Laatst nog stond hij met een pruillipje, bijna snikkend, in de krant omdat zijn schoothondje de geest had gegeven. Een klaagzang ter ere van Woody vormde de kern van het interview. Zo liet Brusselamans blijken dat hij maanden niet meer kon functioneren, dat hij ’s nachts in zijn bed huilde om het verlies, dat hij de as van zijn hondje op de schouw had staan, dat hij een sabbatjaar zou willen nemen, dat zijn volgende boek zeker opgedragen zou worden aan Woody…


Hij wordt oud..


Ik besloot zijn op één na recentste werk te lezen.
Ik begon te lezen.
Al snel bleek de inhoud van het verhaal volledig vervat te zijn in de drieledige titelzin.
Ik las het uit.

En ik was arm, niet zo beroemd en ik had hoofdpijn.



Een eigenzinnige interpretatie van zijn oeuvre. (Fans kunnen dit beschouwen als een hommage.)
Excuses voor het weinig omfloerst taalgebruik.

“ Nadat ik Evy Gruyaert, het sletje van de staatsomroep, achterwaarts in de poes had genaaid met een paraplu in mijn linkerhand en een klasseermap van 9.99 euro met afmetingen van 23.5 cm, 445.99 cm en -2.22 cm in mijn middelste hand, kwam ik tot de conclusie dat een mijn gsm mooi zou passen op de Eiffeltoren. Ja, daar komt mijn mobieltje terecht, of misschien in Zuid-Oost-Anatolië. Doch ik deed een kakje op het plantsier. Ik mag die Evy wel; ofschoon ik enkel en alleen aardbeienjam eet op dinsdag en zondag. Ik stopte een blad in mijn fantastische klasseermap en legde de klasseermap toen weg. Ik hoop dat ik Evy nog eens weerzien mag. ‘Ik bel je nog wel eens, poes!’, zei ik en bedacht dat ik dan naar de Parijse wijk van Anatolië zou moeten reizen. Haha, grapje. Ik dacht natuurlijk niet. Het kakje zag bruin en sierde het straatsbeeld op z’n eigen manier. Gauw smeerde ik er wat pruimenjam op, want het was vrijdag. Mooie dag. Wat gebeurde er nu weer met Jezus op Goede vrijdag? Sjonge, wat een lekkere poes had die meid. Helaas, ze stonk uit haar mond. Ik ging naar huis. Ik stak een sigaret aan met mijn schoen. Schoenen zijn belangrijk. Er zijn veel schoenenwinkels. Ondertussen was het al dinsdag. Een kakje op mijn boterham zou mij niet missmaken! Ik stak een sigaret aan. En ik doofde ze weer. Ik ging wandelen met mijn hond. Gadverdamme, die vieze stinkende aardbeienjam die dat beest legt! Trouwens, Hitler was toch geboren in 1889? Oef, mijn gsm ging. Het waren de mensen van Anatolië om te vragen waar ik bleef. Eerst nog even dat sletje dat hier voorbijloopt berijden en dan geef ik antwoord. Maar het was wel al donderdag nu. Ik heb ooit nog wel eens een winkelmeisje een beurt gegeven. Ik stak een sigaar aan. Sigaar, Gerard. Dat rijmt… "

vrijdag, april 21, 2006

f*ck off

Men zegt wel eens sporadisch..

"
ophoepelen
opsodemieteren
de aftocht blazen
de plaats poetsen
z'n schup afkuisen
z'n biezen pakken
...
"

Stuk voor stuk prachtige uitdrukkingen die, versteend en reeds eeuwen geconserveerd in de aloude volksmond, deel uitmaken van het taalkundig patrimonium van een cultuur; stuk voor stuk overgeleverde beeldrijke diamantjes wier raadselachtige, etymologische achtergronden vaak getuigen van een anekdotische, tot de verbeelding sprekende ontstaanswijze - jammerlijk genoeg vaak door de niet te overziene tand des tijds in het collectief geheugen vermaald..


Maar men zegt nooit eens

"zandzeepsodemineraalwatersteenstralen"


Waarom niet?!

zondag, april 16, 2006

De parelhoen en de bicyclette

Een stuk ongeïnspireerd gebrabbel, een causerie over Gilbert van achter den hoek en dat geestige programma gisteren daar op tv, bemerkingen bij nieuwsfeiten allerhande, vermetele kritiek op regeringen over heel de wereld, gejammer over de gezondheid van de bomma, afgewisseld met nostalgische mijmeringen over toentertijd, toen de bomma nog niet verslaafd was aan ‘pateekes en elexir d' anvers’ en ze nog heel kwiek iedere dag ochtendgymnastiek deed - waar is den tijd ? …

De eerste zin blinkt uit in irrelevantie en is evenwel vaak een synopsis van de resem overige volzinnen die in schijnbaar willekeurige volgorde verspreid staan tussen die eerste en de laatste volzin (en dat is er niet zelden één met een filosofisch gerichte bedenking, of allicht een eindconclusie die de lezer 2 seconden doet peinzen vooraleer hem weer in de dolle mensenwereld te katapulteren). Er staan meestal veel ‘ikken’ verspreid over de tekst, die alleen maar een geheel vormt omdat ze één en dezelfde bladzijde siert en er geen interlinie is voorzien tussen de regels onderling – samenhangendheid wat betreft inhoud is een bijkomstige beslommering.

Inderdaad, het is een column. Laat ik het eens op een proberen gooien.

We beginnen met een openingslijntje van formaat, even denken…


Allo allo, een kieken op een fiets.

Zo hoort het: mijn intuïtie zegt dat deze voltreffer al direct een goede toon zet voor wat volgt.
Zou deze zin dan de essentie moeten weergeven? Dat wil zeggen dat ik verder moet temen over kleinvee en tweewielers.
Verrek…

!Flash! Oooh nee, ik betrap mezelf dit eigenste ogenblik op een heimelijke, beschamende ingeving die me als een bliksemschicht treft. Normaal gezien zou ik de smet op mijn geweten, die dat idee achterlaat, voor mezelf houden (is het schroom? Is het ijdelheid?), maar het leidt me toevalligerwijze linea recta naar een andere interessant punt omtrent columns, daarnet door mij spijtig genoeg over het hoofd gezien. Ik dacht er namelijk aan de eerste zin te deleten en te herbeginnen, wars van enige schaamte om het feit dat ik iets gedeleteted zou hebben. Het voorstel is ondertussen alweer van tafel geveegd, geen paniek, want ik stuit onontwijkbaar op de – en hier komt het – ‘deontologische code der columnisten’. Een voornaam artikel hiervan is de opvatting dat eens je een zin geschreven hebt, en je die verzegeld hebt met een punt, vraagteken, uitroepteken of welk interpunctie-element dan ook, je die terdege laat gedijen, hoogstens lichtelijk bewerkt, maar zeker niet teniet doet. Respect..

Zodoende:


Allo allo, een kieken op een fiets.
Wat hierachter komt, zijn details. Zolang de volzinnen over tweewielers of kleinvee gaan, is er niets loos en kan het door de beugel. Creativiteit is geboden.
Enkele voorbeelden:



De fiets heeft twee wielen, of één, maar dan is het een fiets waar je niet op kan rijden.
De kip heeft twee poten, of één, maar dan is het een flamingokip
Ik heb een kip en een fiets. De fiets eet ik op, tussen de soep en de pattaten, en ik berijd de kip (enkel voor sodomistische mensen met
een betonnen maag).
Ik heb een fiets en een kip. … (cfr. ‘Ik heb een kip en een
fiets…)
Ik heb een vos en een kip en een fiets... Ik heb dus een vos en een fiets.

Tot zover..
U ziet, de oneindigheid van mogelijkheden valt te putten uit iedere nadenkende ziel. En net op het moment dat u denkt dat iedere mogelijke combinatie van ‘parelhoen en byciclette’ door jou welbedacht verankerd is, duikt er wel een vos op om alsnog soelaas te brengen.


Dan nog een eindzin die de benevelde geest doet opklaren, de scherpzinnigheid op de spits drijft, de individualiteit demonstreert door in te spelen op het subjectieve aanvoelen van de lezer; een zin die harten beroert en zielen vervoert, die hem of haar uit de schemer van de middelmatigheid van het doorgaans geregisseerd mensenbestaan sleurt, die het hele wereldbedrijf én de lezer zijn persoonlijke zielenroerselen in een verrassend en veel perspectieven openend kader plaatst en we zijn gekomen daar waar we wilden komen..
Alzo geschiedt:


Wat was er het eerst? De kip of het ei? …

Zo maakt men een column.

maandag, april 10, 2006

Gerard Kornelis van het Reve (1923- 2006)

U weet of u weet het niet.
Het interesseert u of het interesseert u niet.
Het ontroert u of het ontroert u niet.

Maar ‘Gerard Reve’ is heengegaan.


De volstrekt homofiele man was een succesvol Nederlands schrijver. Samen met Harry Mulisch (de Aanslag-kerel, tevens zijn aartsvijand. Hij schijnt nog te leven, hoewel daarover discussie bestaat) en Willem Frederik Hermans (100% overleden, nog geen jaar geleden als ik me goed herinner) behoort/behoorde hij tot de roemrijkste schrijvers van zijn eeuw.

Gek: van zijn 2 collega’s heb ik al minstens één werk gelezen (De Aanslag van Mulisch en De Laatste Roker van Hermans), maar de naam Reve, toen ik die enkele dagen geleden in het nieuws hoorde, kon ik niet associëren met een titel; de naam klonk me wel heel bekend in de oren.
Deze week naar een bibliotheek gaan om werken van Reve te sprokkelen: geen haar op mijn hoofd dat er aan denkt. Het zou verloren moeite zijn, want ik ben er zeker van dat voor het eerst in de geschiedenis alle werken van de man uitgeleend zullen zijn, deze week. Reve heeft er een pracht van een schrijverscarrière op nagelaten, was tijdens zijn leven een veelbesproken auteur die trots kon zijn op pareltjes in de Nederlandse literatuurgeschiedenis – althans, dat heb ik me laten wijsmaken uit betrouwbare bron – maar een mens moet klaarblijkelijk eerst sterven en alzo vermeld worden in het nieuws om werkelijk iedereen te bereiken.
Zo gaat dat..


DIXIT

God is niet dood, God heeft de kanker.

De man verklaart onmiddellijk zijn liefde, maar aarzelt lang eer hij zegt dat hij niet meer bemint. Bij de vrouw is het juist omgekeerd.

Nooit zeggen: "Ik heb geen geld." Je moet altijd zeggen: "Daar kan ik op het ogenblik nog geen geld voor vrijmaken.

Met wat ik schrijf is het precies als met het Evangelie: men dient het ernstig te nemen, maar niet al te letterlijk.

De werkelijkheid herken je aan haar onwaarschijnlijkheid.

En mijn persoonlijke favoriet: een lekker droge, relativerende, cynische, antichristelijke provocatie, zoals we het graag hebben..

God gaat de ene zondag naar de katholieke kerk en de andere zondag gaat Hij naar de protestantse kerk.

Om Reves dood met diens eigen woorden uit 'De Avonden' te besluiten:

""" Hij zoog de borst vol adem en stapte in bed. 'Het is gezien,' mompelde hij, 'het is niet onopgemerkt gebleven.' Hij strekte zich uit en viel in een diepe slaap... """

zaterdag, april 08, 2006

woorden staan voor waarden, maar waarden staan boven woorden

Ik hou van jou

Ik lach om de woorden.

Het voor de alles overschaduwende gevoelsuitstorting te alledaagse vocabulaire verdampt in de gloed van een verhitte, kolkende vuurzee van diepgewortelde verlangens waaruit ze is ontsproten
nog voor je die
ooit
zal vernemen
zodat er
voor jou
alleen maar overblijft
een etherisch aftreksel
van wat ooit
een waarde was
..

Zijn de woorden de waarden waardig ?
Zijn woorden waarden waardig?


Slaapwel,
want je bent het waard ;)

vrijdag, april 07, 2006

Huisje Tuintje Kindjes

Zag ik daarnet op het VTM-nieuws – ik beken, het was de commerciële omroep die vandaag mijn voorkeur genoot, beste eventuele wenkbrauw fronsende canvasaanhanger.


Een vrouw, die we willekeurigerwijze Wilhelmina zullen noemen, is in het einde van haar dertigerjaren en heeft ernstige problemen met haar vruchtbaarheid. Er is vervroegde menopauze vastgesteld bij haar. Een niet zo fijne vaststelling was dat, die niet alleen haar gevoel van vrouwelijkheid aantastte, alsof dit nog niet erg genoeg was, maar ook nog eens haar huisje-tuintje-kindjeS-wens abrupt halt toe riep – met de nadruk op kindjés, want ze had al een spruit van enkele jaren oud. Hoe dit op individueel én relationeel vlak verwerkt wordt is ongetwijfeld geen sinecure…

Het blijkt dat de vrouw geen vrede kon nemen met het onvermogen nog op zuiver natuurlijke wijze haar kroost uit te breiden. Haar woedende kinderwens was van dien aard dat ze ging aankloppen bij een medische dienst om via kunstmatige bevruchting (kunst- en vliegwerk op hoog-wetenschappelijk niveau) alsnog haar familieplannen tot een goed einde te brengen. De oplossing bestond erin gebruik te maken van een eiceldonor. Echter, zij die een eicel willen afstaan ten behoeve van koppels die zichzelf niet uit de slag kunnen trekken; men plaveit er de straten niet mee, godzijdank, integendeel. De zeldzaamheid van de behulpzame vrouwen is te vergelijken met die van mensen die Wilhelmina heten heden ten dage. De vrouw werd met dat onvoldongen feit tamelijk hard op de neus geslagen toen ze te horen kreeg dat ze onderaan een ellenlange wachtlijst kon bengelen en dat het dus een kwestie van járen kon worden vooraleer ze in aanmerking kwam voor kunstmatige bevruchting.

Hartzeer, teleurstelling en frustratie in 1 klap. Maar de volharding van het koppel was nimmer aflatend. Haar sores brachten de vrouw niet van haar melk. Aangezien het via de conventionele weg niet baatte, of toch niet op tijd, besloot ze het op een eigen initiatief te gooien. Ze liet kleine flyers drukken met daarop de vraag of er niemand bereid was een eicel af te staan. Deze papiertjes werden verdeeld over de brievenbussen van de omgeving van het koppel.
Liep in de duistere nacht, een vrouw, stil schreeuwend om een kind, met flyers die om eicellen schreeuwen…


Beeld:

Theo word wakker, naast de vrouw van zijn leven. Beschouw dat niet als zijnde
een prozaïsch romantisch gegeven. Met de vrouw van zijn leven bedoelt Theo niet
de vrouw die voor hem op maat gemaakt is, maar gewoon de vrouw aan wie hij al
heel zijn leven gekluisterd is – god weet waarom het ooit begon, of misschien
weet hij het zelfs niet – het sacrament van het huwelijk respecterend wegens
gebrek aan initiatief én alternatief. Dat is het leven.
Een kwartier later, aan de ontbijttafel. Zij tweeën, de kinderen hebben het nest al wijselijk verlaten, x aantal jaar geleden. De dag wordt voorbereid met een gebruikelijke koffie. Zo gaat dat. Kan ook niet ontbreken op een ochtend naar gewoonte: het ledigen van de brievenbus. Theo doet zijn taak plichtsbewust en legt het sleuteltje terug op de plaats waar het hoort te liggen – dat was immers bepaald: goede afspraken maken goede vrienden, ofschoon ze relaties wel eens durven laten slijten. Hij zou namelijk eens moeten proberen het sleuteltje daar te leggen waar zij het niet verwacht te vinden…

Een gewone dag noopt tot gewone post.
Rekening, krant, hondenstront verpakt in een condoom dat op een of
andere manier ontploft is, zichtrekeninguittreksel, aanmaning tot eiceldonatie,
rekening, ’t reklaambladje,…

“Geen post schat?”, aldus de vrouw van zijn leven.
“Ach paperassen, hé, schat, paperassen”, en hij dronk leeg, zijn koffie, zoals het hoort…

Het is eens iets anders dan de scouts die in het kader van een ruiltocht komt vragen een tiekenei te ruilen voor een appel.

donderdag, april 06, 2006

Alle gekheid op een stokje

Voel u vooral niet geïntimideerd door de vorige post; beschouw het als een mini stijloefening;)


Scenario 3

Samengevat in een neutrale, objectieve mededeling: Ik heb nu dus ook
een blog, alhier :)

We zullen wel zien

waar

het

eindigt

..

woensdag, april 05, 2006

Den eerste: de misantroop & de filantroop ..

Scenario 1 :


Voila, hier heb je mijn nieuwe blog! ’t Is te hope dat da boeltje mij hier niet
te veel tijd gaat kosten, want het steekt mij nu al ferm tegen. Da gedoe met da
aanmelden en die profielen en die navigatie van jatten en taloren… ’t Begint al
hé! We zijn nog nie vertrokken of ’t vet is hier al van de soep. Da gaat hier
toch maar een hele tijd zijn van bla bla en oooh schone woorden en ziet ies en
nog ies bla bla, zonder boem boem, en van kijkt eens hoe geletterd dat we denken
dat we zijn …
Laat mij alstublieft gerust met jullie gemem; ik wil hier geen
felle commentaren, ay ? Ik zorg namelijk voor de orde en netheid op deze blog.
Er wordt niet heftig gereageerd, noch geouwehoerd op mijn blog. Tegen de muur
geplakt worden zij die mijn ordonnantie naast zich neerleggen.
Kortom: Als u
niet gevraagd wordt wat u vindt van mijn posts, zwijgt u en gaat u weg na de
post gelezen te hebben. Heeft u dat gehoord en begrepen? U gaat dan weg!! WEG!

Alle vooruit; voelt iedereen zich welkom? HE?!


Scenario 2 :


Heeykuzz! Het verheugt me dat je de weg hebt gevonden naar mijn stekje op het
net! Leuk dat je erbij bent! Samen maken we er een gezellig blogfestijn van! Ik
zal geregeld wat schrijven, waarop jullie reacties allerhande kunnen geven. Dat
wordt jubelen geblazen! Verblijd me met grappen & grollen en ik maak van dit
potje een lekkere mallemolen! We geven van katoen!


Strijd der uitersten:
Maakt u rustig uw keuze tussen scenario 1 en 2 ;)
Besluiteloosheid wordt niet kwalijk genomen.