( Luistert naar: “Mas Que Nada" – Sergio Mendes ZONDER de Black Eyed Peas. Echt waar: de originele versie, exact 40 jaar geleden een hit, is massa’s mooier en ontroerender. Ik weet niet of ik blij moet zijn dat men tegenwoordig meer en meer terugvalt op die prachtig fonkelende jaren ’60, of ik boos moet zijn dat de nummers mismeesterd worden in covers allerhande. )
Anyway..
Een gezinsreisje naar Noord-Italië, ik heb het altijd een toonbeeld gevonden van kalmte en gezelligheid. Van dat eerste niet echt sprake dit jaar, of toch niet bij het vertrek.
We stonden in de luchthaven van Milaan, voor de balie van een autoverhuurbedrijf. De hele zooi was al besteld en betaald op voorhand. Alleen de waarborg moest nog terplekke geregeld worden. Daarvoor heeft men Visakaarten uitgevonden.
Italiaanse schone: Owkay, canna I hava youra Visa card now?
Vader: Martine, mag ik die visakaart ies efkes?
Moeder: Ja, direct. … Euh … Wacht zen … Kpeis da gij die mee hebt.
Vader: Hoeda, gij ging der toch voor zorgen?
Moeder: Ik heb die Visa nog op uwen bureau gelegd, ik dacht da gij da wel ging meepakke.
Vader & Moeder: Euh…
Blijkbaar is een Visa een noodzaak voor het huren van een auto. Dat wisten we wel, maar wat we niet wisten, is dat aandringen bij de filiaalmanager om een auto te lenen met rijbewijzen, identiteitskaarten, klantenkaarten van 'den delhaize' (all over the world!) als waarborg, niet helpt. Italiaanse stijfkopperij. Of Vlaamse stijfkopperij. Combinatie waarschijnlijk. Gevolg: 40 minuten verkwist.
We wouden weg, vandaar deze noodoplossing. Hier gaat-ie.
Zus belt broer in België. Zus vraagt of broer thuis is in Sint-Niklaas. Broer is in Gent. Damn. Zus vraagt of broer zelf Visa heeft. Broer heeft Visa. Juij. Zus weet dat broer geen faxmachine heeft. Zus vraagt of broer even aan een faxmachine kan geraken. Broer rijdt naar Sint-Niklaas.
Broer belt terug vanuit Sint-Niklaas en geeft faxnummer door. Autoverhuurbedrijf stuurt enkele papieren door naar België. Broer vult ze in, scant zijn Visa en identiteitskaart in en stuurt alles naar Italië. Autoverhuurbedrijf is niet tevreden. Broer was wat vergeten. Zus belt naar broer om probleem toe te lichten. Broer probeert opnieuw.
Gelukt.
We waren
3 uur verder.
Maar mét auto!
Afgezien van dat vervelend voorval is alles tamelijk rustig verlopen. Er waren nog wel wat incidenten, maar ik wil de zagevent niet uithangen. :p )
( Foto: 2 minuten na het ontwaken. Het spijt me, maar ik ben geen ochtendmens, verre van zelfs. )
Het weer was geen struikelblok, en de pracht van de streek was weliswaar ondergeschikt aan die van Toscane en Umbrië, iets zuidelijker gelegen, maar toch nog dik in orde. Ten andere, Toscane en Umbrië hebben we al volledig doorkruist, meermaals, zodus..
We hebben van de gelegenheid dat we in het noordelijke deel van Italië toefden, gebruik gemaakt om
Monaco, Monte Carlo, eens aan te doen. Een klassieker voor een daguitstap.
Het is de walgelijkste dag van de reis geweest. Als ik daar rondliep, steeg mijn sympathie voor de communistische beweging evenredig met de consumptieprijzen naarmate je in ‘sjiekere’ buurten terechtkwam.
Ik heb niets tegen zéér rijke mensen, iedereen zou wel heel rijk willen zijn, maar wat daar zoal rondloopt, is gewoonweg vreselijk. Uitschot met poen.
Je riekt gewoon de mentaliteit in dat landje, er hangt een misselijke waas van arrogantie en ego, overal waar je komt. Bovendien waren er een paar concrete taferelen die mijn aandacht trokken.
Casino:Helemaal vanboven gelegen; kijkt uit over de stad.
Er kwam een Lexus aangereden met geblindeerde ruiten. Slee stopt net voor het casino. Stappen uit: 2 jongens van rond de 22 jaar, de zonen van hun papa waarschijnlijk. Gekleed op een manier waarop ze horen gekleed te zijn. De bestuurder loopt op de trappen van het casino en zwiert achter zijn schouder de sleutel van zijn karretje in de richting van zo een parkeerjongen – parkeerman: de man was zeker 50 jaar oud – zonder hem eens aangekeken te hebben. De sleutels komen terecht op de borst van de man en vallen voor zijn voeten op de grond. Hij raapt ze op en gehoorzaamt aan de wens van Msr.
Haven:
We waren in de jachthaven van Monte Carlo, volgestouwd met plezierboten wier aankoopprijzen tezamen opgeteld, de kost kunnen vergoeden om heel Afrika een jaar lang kan voeden met spijs van Comme Chez Soi. Het zag er prachtig uit, die haven, dat is wel waar. Een aantal van de mensen die de boten bezitten echter, waren al iets minder prachtig.
Ik zag een koppel in een kolossaal luxejacht met ettelijke verdiepingen. Hij een gladdige ouwe bok en zij een slettig groen blaadje. Leeftijdsverschil zeker 30 jaar. Iedereen kent het archetype. Nog op het jacht was er een veelkoppige crew, van opdienster tot kapitein.
Meisje stond te kuisen op het dek. 35 graden, in de blakende zond. Ze was van Indische afkomst, denk ik. Mevrouw, in haar zetel gelegen, riep haar iets toe dat ik niet kon verstaan. Meisje laat alles vallen en komt spoedig terug met 2 drankjes en geeft ze dociel aan mevrouw. Meisje poetst verder, mevrouw drinkt gulzig van haar glas. Het was immers zo warm, daar in die zetel in de zon. Wat ziet ze toch af.
En dat dienstmeisje, ik wil niet weten welk schamel loon ze krijgt voor haar arbeid en zelfvernedering.
Ik vond het walgelijk en was opgelucht toen we het onwezenlijke Monaco verlieten en terug in een iets minder absurde wereld terechtkwamen. Hoewel.
Met de trein spoorden we naar het station, een eindje verderop, waar we onze auto achtergelaten hadden. Daar in de hal gekomen, zag ik een uitgemergelde oude vrouw zitten, zittend op een stuk karton, gehuld in armzalige kleren – vodden zo smerig dat ik denk dat ze nog nooit water hebben gezien – met voor haar een colabrikje van McDonalds. Daarvoor is die vrouw dan zo oud geworden, om op 10 kilometer afstand van een kapitalistisch bastion, waar plezierboten liggen van heb ik jou daar, waar dronken miljonairs monsterbedragen vergokken op één avondje, waar zelfs een blikje cola 4 euro kost op sommige plaatsen, waar de mensen schijnen te proberen al hun geld uit te geven, maar daar zelfs niet in slagen, wel, ze is zo oud geworden om 10 kilometer verderop te bedelen tot ze dood is.
Gekke, gekke wereld.